Naar de inhoud van de pagina

3. Microphones

Dynamisch of Condensator?

Als het om akoestische gitaar gaat, gebruik je meestal een condensatormicrofoon. Een akoestische gitaar is een instrument met een zeer breed frequentiebereik. De laagste grondtonen liggen slechts een octaaf boven die van een basgitaar, en de boventonen reiken tot de hoogste hoogten. Condensatormicrofoons hebben een zeer groot zendbereik en uitstekend impulsgedrag. Als je een zo natuurlijk, fris en gedetailleerd mogelijk geluid wilt, kun je het beste kiezen voor een condensatormicrofoon. Slechts enkele dynamische microfoons zoals de Sennheiser MD441 of de M201 van Beyerdynamics kunnen qua natuurlijkheid en helderheid concurreren met condensatormicrofoons. Als je een iets centraler, relaxter geluid nastreeft, dat wil zeggen dat je het geluid bewust wilt verzachten, kun je ook dynamische bewegende spoelmicrofoons of bandmicrofoons proberen. Houd er wel rekening mee dat je dan een hele goede microfoonvoorversterker nodig hebt om geluidsarme opnames te maken. Er moet nogmaals worden benadrukt dat de gebruikelijke akoestische gitaarklanken op bekende opnames meestal met condensatormicrofoons worden gemaakt.

Grootmembraan of Kleinmembraan?

Großmembran
Grootmembraanmicrofoon

Kleinmembraanmicrofoon

Zowel grootmembraan als kleinmembraan condensatormicrofoons zijn geschikt voor het opnemen van akoestische gitaren. Kleinmembraanmodellen klinken over het algemeen natuurlijker en neutraler dan grootmembraancondensatormicrofoons, die vaak (niet altijd!) geoptimaliseerd zijn voor de menselijke stem. Grootmembraanmicrofoons hebben de neiging om geluidsbronnen groter te laten lijken dan ze in werkelijkheid zijn, zoals een akoestisch vergrootglas. Dit effect is zeer welkom op zang. Als het om instrumenten gaat, is de context van belang. Als het bijvoorbeeld een nummer is dat alleen door de stem en de gitaar wordt gedragen, kan de gitaar zeker veel ruimte in beslag nemen. Hier kan een grootmembraanmicrofoon voor een aangenaam geluid zorgen. Als het arrangement echter compact is en akoestische gitaren slechts een ondersteunende rol op de achtergrond spelen, dan is de kleinmembraanmicrofoon meestal de betere keuze. Dit zijn uiteraard slechts fundamentele tendensen die niet noodzakelijkerwijs van toepassing zijn op elke klein- of grootmembraanmicrofoon op de markt. Experiment!

Kleinmembraan condensatormicrofoons zijn vrijwel altijd geschikt voor akoestische gitaar. Als het gaat om grootmembraan condensatormicrofoons, zijn er enkele die niet bijzonder geschikt zijn omdat ze een sterke klankkleuring hebben die is afgestemd op zang. Hier moet u van geval tot geval beslissen.

Keuze in richtkarakteristiek

De keuze van de richtkarakteristieken is zeker niet eenvoudig. Vanuit het perspectief van de microfoon is de akoestische gitaar een vrij groot klanklichaam met complexe stralingskarakteristieken. Hoewel het bovenblad de belangrijkste delen van het geluid produceert, produceren de zijkanten en achterkant, en zelfs de snaren zelf, ook essentiële componenten van het geluid van de gitaar.

Microfoons met zeer smalle polaire patronen zoals hypercardioïde of supercardioïde zijn vaak niet zo geschikt voor akoestische gitaar. Normale cardioïde eigenschappen zijn beter; ze kunnen meer van de complexe trillingen van het resonantielichaam op dezelfde afstand opvangen.

Als je bijzonder dicht bij de gitaar wilt komen, omdat je een bijzonder direct geluid wilt of een luider signaal wilt krijgen, moet je een iets bredere richtkarakteristiek kiezen. Brede cardioïde is een zeer aangenaam polair patroon voor akoestische gitaar. Helaas wordt deze richtkarakteristiek vrijwel alleen aangetroffen bij schakelbare grootmembraanmicrofoons.

Sphere is ook zeer geschikt, mits de opnameruimte redelijk klinkt. Minder directionele kenmerken zoals brede cardioïde of omni hebben ook het voordeel dat ze een minder uitgesproken nabijheidseffect hebben. Dit is de basversterking die alle polaire patronen, behalve omnidirectioneel, produceren wanneer de microfoon dicht bij de geluidsbron wordt geplaatst. Deze toename van de lage frequenties is bij akoestische gitaren bijna altijd ongewenst, omdat het snel leidt tot een dreunende, sponsachtige bas. Vuistregel: hoe dichter je bij de gitaar komt, hoe breder het opnameveld moet zijn. Als je sterk gerichte microfoons wilt gebruiken, kies dan voor een grotere microfoonafstand, anders klinkt het snel dreunend of nasaal.

Een overzicht van verschillende richtkarakteristieken

Mono of stereo?

Dankzij de digitale opnametechnologie heb je nu een vrijwel onbeperkt aantal tracks beschikbaar, dus het is verleidelijk om alles in stereo op te nemen. Stereo is niet altijd beter dan mono. Voor (meerdere) verdubbelde akoestische gitaren in een grootschalige opstelling is een gitaar opgenomen met slechts één microfoon doorgaans de betere keuze. Een monogitaartrack past gemakkelijker in een compact arrangement dan een stereotrack, die meer ruimte in beslag neemt in de mix.

Stereo-opname is handig als de gitaar op de voorgrond staat of voor puur instrumentale opnames. Hier klinkt een stereo-opname veel natuurlijker, complexer en interessanter dan een eenvoudige monotrack.

Uw contactpersoon