Bijna geen enkel ander muziekinstrument is in de loop van de rockgeschiedenis zo mysterieus geweest als de gewone buizenversterker. Als je met gitaristen over dit soort versterkers praat, kun je er zeker van zijn dat clichés als warm, vloeiend geluid, ongelooflijke speeldynamiek, weinig ruis en druk tot op het punt van vallen .... je meteen om de oren vliegen. Als je het realistisch bekijkt, is het zeker zo dat er tegenwoordig ook een aantal transistorgestuurde en computergestuurde versterkerconcepten zijn die zeker indruk kunnen maken. En toch: voor gitaristen blijft de buizenversterker een deel van de grote, kleurrijke droomwereld!
Het antwoord op de vraag of je een nieuwe versterker moet kopen en uiteindelijk moet kiezen voor een transistor- of een buizenversterker hangt helaas grotendeels af van de financiële middelen die hiervoor beschikbaar zijn. In het algemeen kan worden gesteld dat een goede en stilistisch flexibele buizenversterker duurder is dan een transistorversterker die goed is uitgerust. Een nuchtere vergelijking van de voor- en nadelen van de twee systemen is als volgt:
Een transistorversterker biedt (meestal) een goed geluid tegen een relatief gunstige prijs. Hij is technisch robuust en duurzaam en vereist geen uitgebreide onderhoudswerkzaamheden. Vooral de prijsklasse tot 500 euro behoort duidelijk tot de niet-buisversterkers of de koplopers van het vak, de zogenaamde hybride versterkers. De termen Valvestate, Transtube etc. worden in deze categorie gebruikt om al die versterkers aan te duiden die werken met een combinatie van buizen voorversterker en transistor eindversterker. In het voorversterkergedeelte van dit type versterkers zit vaak maar één buis. De laatste jaren zijn geluidsontwerpers er steeds beter in geslaagd om de technische voordelen van buizen te benutten in een omgeving die grotendeels gedomineerd wordt door transistors en FET-transistors, waardoor het geluid en de dynamiek van hybride versterkers dichter in de buurt komen van die van klassieke buizenontwerpen. Ondanks alle technische vooruitgang en het gebruik van buizen, zou een echte purist dit type versterkerconcept niet willen omschrijven als een versterker met het geluid van een echte buizenprocessor - niet in de minste mate. En hoewel niets subjectiever en smaakafhankelijker is dan de beoordeling van de geluidskwaliteit van een gitaarversterker en veel uitspraken zeker in het rijk der fabelen en legenden thuishoren, kun je een volbloed buizenversterker in het algemeen en de buizencomponent in het bijzonder een aantal voordelen toedichten die alleen deze kan leveren.
Zonder in gedetailleerde technische details te treden, kunnen de voordelen van de buizentechnologie in een paar korte zinnen worden samengevat:
Om een functionele buizenversterker te bouwen heb je over het algemeen veel minder actieve componenten nodig dan het geval zou zijn bij een transistorversterker met dezelfde prestaties. Het feit dat de capaciteitsterugkoppeling tussen de individuele componenten meer uitgesproken is in een transistorversterker dan in een overeenkomstige buizenversterker leidt tot een verslechtering van het impulsgedrag in transistorversterkers. Buizenversterkers werken in dit opzicht veel effectiever. De daaruit voortvloeiende snellere reactietijden van de buizen (ongeveer 500 tot 1000 keer snellere signaalverwerking dan bij transistors) en het fantastische impulsgedrag in combinatie met hogere interne bedrijfsspanningen en signaalniveaus leiden tot het dynamische gedrag waar gitaristen zo van houden.