Naar de inhoud van de pagina
🥁 Tot wel 70% korting: Paasdeals zoeter dan chocolade! Shop now

4. Standard Controls

Naast het spelen van noten, bieden masterkeyboards vele andere mogelijkheden. Via MIDI kunnen allerlei signalen worden overgedragen waarmee u uw sounds kunt manipuleren en zelfs de programmering van uw geluidsmodule of muzieksoftware kunt beïnvloeden. Hieronder zetten we een aantal van deze functies op een rij.

Velocity (aanslaggevoeligheid)

Naast de lengte en toonhoogte van een gespeelde noot, wordt via MIDI ook de zogeheten ‘velocity’ geregistreerd. Hiermee wordt de klankbron (geluidsmodule of computer) verteld, hoe hard de toets wordt aangeslagen. Vele geluiden, zoals piano’s en diverse synthesizer-sounds, klinken anders naarmate ze harder of zachter worden gespeeld. Wanneer die informatie niet relevant is, wordt de velocity simpelweg genegeerd. Een realistische orgelsimulatie zal bijvoorbeeld niet op de aanslaggevoeligheid reageren, dat doet een echt orgel immers ook niet.
Veel masterkeyboards bieden de mogelijkheid om verschillende ‘velocity curves’ te selecteren. Dit bepaalt de verhouding tussen hoe hard een toets gespeeld wordt en de velocity waarde die wordt uitgestuurd. Zo kunnen diverse geluiden lichter of zwaarder worden bespeeld.
Wanneer men over velocity spreekt, wordt in de regel ‘note-on velocity’ bedoeld – de snelheid waarmee een toets wordt ingedrukt. Er bestaat ook een ‘note-off velocity’ – die meet de snelheid waarmee een toets wordt losgelaten. Deze functie wordt bijvoorbeeld op de duurdere digitale piano’s gebruikt om het geluid van een terugvallende hamer weer te geven. En sommige synthesizers bieden de mogelijkheid om aan note-off velocity een bepaalde klank of modulatie toe te wijzen. Het wordt echter maar weinig gebruikt en de meeste masterkeyboards ondersteunen deze functie niet.

Pitch Bend

Pitch Bend

Pitch bend (letterlijk “toonhoogte buigen”) is een controller waarmee de toonhoogte van een gespeelde noot omhoog of omlaag kan worden veranderd. Dit wordt hoofdzakelijk gebruikt bij monofone (synth)geluiden om gitaar-achtige licks te kunnen spelen. Bediening van de pitch bend geschiedt meestal door middel van een wiel aan de linkerzijde van het keyboard. Dit wiel schiet terug naar de middenpositie als deze wordt losgelaten. Sommige fabrikanten gebruik een joystick in plaats van een wiel, maar de functie blijft hetzelfde.

Modulatie

Modulatie is meestal ook een wiel, die zich naast het wiel voor de pitchbend bevindt. Dit wiel blijft echter staan in de positie waarin u hem loslaat in plaats van terug te schieten naar een beginpositie.
“Modulatie” is een ruim begrip. Vaak wordt aan dit wiel een vibrato- of tremolo-effect toegewezen, maar er kunnen ook andere functies op geprogrammeerd worden. Denk bijvoorbeeld aan filter cut-off, volume van bepaalde elementen in uw sound, galm, of andere effecten.

Aftertouch

Velocity meet de snelheid waarmee toetsen worden ingedrukt. Door extra druk uit te oefenen op de reeds ingedrukte toetsen kan men -op sommige keyboards- nóg een controller bedienen: aftertouch. Vaak worden aan aftertouch vergelijkbare functies toegewezen als aan het modulatiewiel. Het voordeel van aftertouch is dat men het kan bedienen met dezelfde hand waarmee de toetsen zijn ingedrukt, voor het modulatiewiel is een extra hand vereist. Veel toetsenisten gebruiken dit met tweehandig spel, om een extra accent op bepaalde noten te kunnen leggen.

Als aftertouch door een masterkeyboard wordt ondersteund, is dit meestal monofoon. Dat houdt in dat alle noten op het hele keyboard dezelfde aftertouch-waarde uitsturen. Er bestaat ook polyfone aftertouch, waarbij elke noot zijn eigen waarde uitstuurt. Maar dit systeem is zeer zeldzaam en wordt door weinig apparaten ondersteund.

Pedalen

Pedals

De meeste masterkeyboard hebben een aansluiting voor een sustainpedaal. Het intrappen van dit pedaal stuurt een ‘sustain’ signaal uit via MIDI, waarmee reeds gespeelde noten blijven doorklinken (zoals het rechter pedaal op een piano). Daarnaast worden op sommige masterkeyboards nog meer pedalen ondersteund. Soms om de overige pedalen van een piano te simuleren (una corda en sostenuto). En verder zijn er footswitches en cc-pedalen mogelijk. Een footswitch is een simpele aan/uit schakelaar, om bijvoorbeeld een leslie-effect op een orgel aan/uit te zetten. Een cc-pedaal stuurt waardes uit van 0 tot 127, afhankelijk van hoever deze is ingetrapt en kan – net als een modulatiewiel of aftertouch – aan diverse MIDI signalen worden toegewezen. Zo wordt een cc-pedaal vaak gebruikt als ‘wah wah’ of voor volume.

Overige controllers

Control Knobs

Veel geluidsmodules en software-instrumenten reageren naast pitch bend en modulatie ook op vele andere MIDI-signalen. Bijna elke parameter van uw geluiden kan via MIDI worden bediend, zoals filter- en amp-envelopes, oscilatorfrequenties enzovoorts. Veel masterkeyboards hebben diverse (draai)knoppen, faders, joysticks, pads en andere controllers aan boord, die elk aan één (of meerdere) van deze vele parameters kunnen worden toegewezen.

Program change, bank, presets

De meeste MIDI apparatuur ondersteund zogenaamde ‘Program change’ en ‘Bank change’ signalen. Zo kan via MIDI op afstand worden gewisseld tussen de diverse geluiden en banks. Bij uitgebreide masterkeyboards kan men zelfs hele presets opslaan en in de juiste volgorde zetten, zodat men op het podium gemakkelijk de instellingen van alle apparatuur direct kan instellen op het volgende nummer.

Split- en Layer-Zones

Veel masterkeyboards hebben een split-functie. Hiermee kunnen verschillende geluiden op verschillende delen van het klavier worden gespeeld (bijvoorbeeld een bas aan de linkerkant en een piano rechts). Complexere modellen bieden vrij toewijsbare zones. Zo kunt u meerdere geluiden individueel toewijzen aan specifieke delen van het klavier, waarbij de sounds elkaar kunnen overlappen. Zo kunt u bijvoorbeeld een heel orkest samenstellen met strijkers over het hele klavier, fluiten in het hogere register, hoorns in het midden en pauken onderin.

Octaaf/Transpose knoppen

Met key transpose kan men door een druk op de knop het hele klavier een halve toon hoger of lager zetten. Zo kan men bijvoorbeeld een stuk wat in B staat, spelen vanuit C. Dit is met name handig wanneer een zanger een liedje te hoog of te laag vindt. Met de octave switches kan men het klavier een heel octaaf verhogen/verlagen. Dat is met name handig op kleinere masterkeyboards, die weinig toetsen hebben, omdat men zo toch het hele register kan spelen.

Ik gebruik een synthesizer als MIDI-keyboard. Als ik speel, klinken de geluiden van de synthesizer altijd mee.

Als u uw synthesizer wilt gebruiken om de ingebouwde geluiden of de geluiden van andere geluidsgeneratoren (geluidsmodules, geluidskaart) in uw DAW af te spelen, dan moet u de synthesizer op "Local: Off" zetten. Deze functie is meestal te vinden in de basisinstellingen van uw synthesizer (waar ook het MIDI-verzendkanaal wordt ingesteld). In de Local: Off-modus hoor je geen geluid als je een toets bespeelt, maar wordt de noot normaal via de MIDI Out-connector naar de aangesloten apparatuur (in dit geval waarschijnlijk een USB-kabel of een MIDI-splitter) verzonden; signalen op de MIDI-ingang van de synthesizer worden echter normaal afgespeeld.

Als de functie "MIDI Thru" is ingeschakeld in uw DAW of op apparatuur, stuurt het programma de gegevens automatisch door naar de aangesloten geluidsgeneratoren, naar de ingebouwde geluidskaart en naar uw synthesizer. U kunt nu de uitgang of het MIDI-kanaal in uw DAW instellen waarnaar de noten worden doorgestuurd en uw synthesizer zal pas dan afspelen als de gegevens ernaar worden teruggestuurd.

Ik heb mijn MIDI keyboard aangesloten op de computer, maar ik hoor geen geluid. Wat doe ik verkeerd?

Controleer eerst of er überhaupt MIDI-data op de MIDI-In aansluiting van de MIDI-interface binnenkomt (de meeste DAW's bieden hiervoor een display, eventueel kun je de opname ook starten en in de event editor van je programma controleren of er noten zijn opgenomen). Als dit niet het geval is, controleer dan of de MIDI-out aansluiting op het masterkeyboard correct is aangesloten op de Midi-in aansluiting op het apparaat, de interface of de splitter.

Als er gegevens binnenkomen, dan heeft u de zogenaamde "MIDI Thru functie" in uw sequencer nodig om de noten in real-time via de MIDI-out poort door te sturen naar de aangesloten geluidsgeneratoren of intern naar de geluidskaart. Deze functie moet ingeschakeld zijn! Standaard kunt u instellen welk MIDI-kanaal u wilt aansturen door het MIDI-kanaal van het huidige geselecteerde spoor te wijzigen. Analoog daaraan kunt u ook transponeren of de aanslaggevoeligheid beïnvloeden via het DAW-programma.

Mijn masterkeyboard werkt alleen als mijn computer aan staat en de DAW geladen is.

Omdat het masterkeyboard niet rechtstreeks op de geluidsgeneratoren is aangesloten, maar via de MIDI interface of een USB kabel op de computer, moet de DAW de gespeelde noten doorsturen naar de aangesloten geluidsgeneratoren of naar de ingebouwde geluidskaart. Speciale MIDI interfaces bieden de optie om MIDI data direct door te sturen terwijl de computer is uitgeschakeld, of doen dit automatisch zodra de computer wordt uitgeschakeld. Helaas werkt dit niet met alle interfaces, zodat u zich alleen met behulp van een MIDI-adapter kunt helpen (verbind eenvoudigweg MIDI In op de interface met MIDI Out via de adapter). Als alternatief kunt u het masterkeyboard rechtstreeks via USB of MIDI aansluiten op geluidsgeneratoren zoals hardware synthesizers.

Hoe sluit ik mijn masterkeyboard aan op mijn MIDI-apparatuur?

Normaal gesproken wordt de MIDI out aansluiting van het masterkeyboard rechtstreeks aangesloten op de MIDI in aansluiting van de MIDI interface of splitter. Vervolgens worden de MIDI In-connectors van de afzonderlijke geluidgeneratoren aangesloten op de MIDI Out-connectors van de interface of splitter. In dit geval zorgt de DAW op de computer voor het doorsturen van de data naar de geluidsgeneratoren. Dit heeft als voordeel dat je het MIDI-kanaal, de octaafpositie en de dynamiek rechtstreeks in de DAW kunt instellen.

Uw contactpersoon