In tegenstelling tot bijvoorbeeld tenor- en baritonhoorn is de relatie tussen althoorn en euphonium niet zo sterk. De neiging van een althoornspeler om euphoniumspeler te worden of vice versa is vrij klein. Toch worden beide instrumenten nu ter vergelijking naast elkaar gezet om de overeenkomsten en verschillen te illustreren.
Voor de getallen- en tabellenliefhebbers
Althoorn | Euphonium | |
Stemming | Es | Bes |
Aantal perinetventielen | 3 (Bij uitzondering 4) | 4 & 5 (front action/in-line) |
Boring | 11 mm | 15 mm (loopt tot 16,2mm) |
Toonhoogte | Tussen trompet en tenorhoorn | Een octaaf lager dan trompet en een hoger als tuba |
Beker | Ongeveer 18 cm | Ongeveer 28 cm |
Klank in vergelijking met elkaar | In zijn geheel hoger | In de laagte voller en warmer |
Vorm | Recht | Recht en soms met de beker naar voren |
Het is moeilijk om directe kenmerken voor beginnersmodellen van althoorns te noemen, omdat de totale variëteit aan althoorns in tubavorm beperkt is. Vanwege hun hanteerbare formaat worden althoorns door jonge leerlingen vaak gebruikt als " voorloper" voor grotere hoorns en tuba's.
Het euphonium is specialer. Hier zijn er, naast het uitbreiden van het aantal ventielen, ook mogelijkheden om het instrument te upgraden door de materiaalkeuze. Met het euphonium is er de mogelijkheid om het instrument aan te passen aan de vaardigheid van de speler door te veranderen van een messing naar een goudmessing instrument of door meer ventielen te gebruiken.